Wereldreizigers.nl
Home » Afrika » Kenia » Roadtrip Afrika (9) | Oloitokitok en omgeving

Roadtrip Afrika (9) | Oloitokitok en omgeving

Karibu! Oftewel welkom bij mijn avontuurlijke roadtrip blog over Afrika. Ik ben Eric en ik reis (inmiddels alweer drie jaar) met een scooter en een auto door Afrika. In deze blog verblijf ik een week in Oloitokitok (Kenia) en verken de omgeving. Inclusief een paar illegale uitstapjes naar Tanzania en Amboseli. En een lekke band in Maasai-land.

Maasai lekke bandenservice nabij Amboseli
Maasai lekke bandenservice nabij Amboseli

In de hogere sferen van Oloitokitok

Overdag merk ik nauwelijks dat ik me in Oliotokitok op een hoogte van 2.500 meter bevind. ’s Ochtends en ’s avonds is het een ander verhaal. De temperatuur daalt richting de vijf tot tien graden. De prachtige Maasaikleden komen dan echt van pas.

Ik heb besloten om me een paar dagen koest te houden. Een beetje rondrijden op de scooter in en om Oliotokitok, de markt afstruinen en iedereen groeten. Na een dag of twee ken je het halve dorp (en het hele dorp kent jou). 

Oliotokitok is een plaatsje met amper 5.000 inwoners (en dan tel ik de omgeving voor het gemak maar even mee). De Maasai uit de omgeving komen er om hun inkopen te doen. Er is een vrij grote politiepost, omdat het op de grens ligt met Tanzania. Maar er is geen officiële grensovergang! Daarvoor moet je naar Tarakea, een tiental kilometer naar het zuidoosten. Via deze grenspost ga je in zuidoostelijke richting om de Kilimanjaro heen en bereik je na 70 km Moshi en Arusha (150 km).

Er is ook een niet-officiële of liever gezegd: illegale weg. Tenminste voor mij. De lokale bevolking trekt zich niet veel van de grenzen aan. De Maasai gaan gewoon waar ze willen gaan. Ik betwijfel het of er iemand hier uberhaupt een officieel paspoort heeft.

NB het is Covid-tijd en dat betekent dat een legale grensovergang gepaard gaat met een Covid-test als je Tanzania inrijdt en niet voor Kenia (blog volgt als ik in december naar de Serengeti reis). Gek genoeg heeft Tanzania geen mondkapjesplicht, terwijl die in Kenia vrij strikt is (niet in Oloitokitok). Maar voor Kenia is geen test verplicht.

Wel een welkomstbord maar geen grenscontrole in Ronkai, Tanzania
Wel een welkomstbord maar geen grenscontrole in Ronkai, Tanzania

De smokkelweg naar Tanzania

Na een heerlijk ontbijt besluit ik om op mijn scooter te stappen. Ik rijd door de bossen en kom af en toe een motorrijder tegen. Veelal zwaar overbeladen, maar waarom weet ik dan nog niet. Bij een katholieke school loopt de weg dood. Ik kies een ander bospad. En na een kwartier heb ik het bos verlaten en bevind ik me in Tanzania.

Daar rijd ik ineens op een prachtige asfaltweg richting Rongai. In Rongai ben ik gelijk het gesprek van de dag. De mobiele telefoons worden getrokken: tijd voor selfies met de mzungu. Het dorpshoofd legt me vervolgens uit hoe het precies werkt met die grens. ‘Kijk. Hier staat het bord ‘Welcome to Tanzania’ en daar ‘Welcome to Kenya’. De asfaltweg loopt door tot aan het bord van Kenia. De Kenianen zijn alleen vergeten om de asfaltweg door te trekken. Als je dus doorrijdt, kom je gewoon weer op een bospad. Er is geen politie of douane.’

Selfies met Maasai in Ronkai (op achtergrond is bord Welcome to Kenya deels zichtbaar)
Selfies met Maasai in Ronkai (op achtergrond is bord Welcome to Kenya deels zichtbaar)

In deze tijd van Covid komt dit wel heel goed uit, bedenk ik me. De asfaltweg vanuit Rongai loopt in westelijke richting nog 30 km door en stopt in Kamwaga. Op de landkaart zie ik dat ik vanuit Kamwaga gewoon weer Kenia in kan rijden. Als ik dat doe, daal ik af en kom uit in Amboseli National Park…

Vandaag is het te laat om daar invulling aan te geven. Het is bijna donker en ik kronkel over een bospad en een beroerde keienweg terug naar Olloitokitok.

De veemarkt van Kimana

Het is dinsdag vandaag en dat betekent dat er in Kimana, op 20 km van Oloitokitok, veemarkt is. Dat moet ik zien!

Als geboren en getogen Zwollenaar heb ik de jaren 1970 en 1980 de veemarkt in Zwolle met enige regelmaat bezocht. Als kind vond ik het enorm fascinerend. Die Zwolse veemarkt in en om de IJsselhal. Om drie uur ’s nachts wandelde ik op donderdagnacht over de parkeerplaats en zag die boeren met dikke portemonnees vol groene briefjes van 1.000 gulden hun Mercedes parkeren. Daarna volgde ik het ritueel: het handjeklap, de koe afzeiken, weglopen, weer terugkomen en de laatste ferm klap geven: verkocht. Dat was ooit in Zwolle. Ergens in de jaren 1970 en 1980. Elke vrijdag. 

De veemarkt in Kimana
De veemarkt in Kimana

Tegenwoordig gaat onze veehandel al tientallen jaren via het internet, maar in Kimana is het nog gewoon de Zwolse veemarkt anno 1980. 

Handelaren wandelen langs de geiten en koeien. Af en toe tikken ze met hun stok op een beest om te voelen of er vlees genoeg op zit. En dan beginnen de onderhandelingen. Net als in Zwolle is het een toneel van handjeklap. Weglopen. Weer terugkomen en dan ineens die ultieme handklap. Verkocht! Daarna verdwijnen de beesten in de veewagens.

De veemarkt in Kimana
De veemarkt in Kimana
De veemarkt in Kimana
De veemarkt in Kimana

Aan de overkant van de veemarkt is het ook druk. Daar besluit ik om mijn scooter een verwenbeurt te geven. Na al dat zand in Amboseli is dat geen overbodige luxe.

Scooter wasbeurt in Kimana

Een hachelijke tour in Amboseli

Wederom heb ik het bospad genomen en ben inmiddels Kamwanga in Tanzania gepasseerd. Ik volg de asfaltweg voor een 30-tal kilometers aan de noordelijke kant van de Kilimanjaro. Daarna stopt de asfaltweg en daal ik af over zandpaden langs wat nederzettingen. Van 2.500 naar 1.000 meter. Na twee uur rijd ik over koeienpaadjes en bestaat de begroeiing louter uit doornstruiken. De eerste giraffes hebben zich inmiddels ook gemeld. Ongemerkt ben ik onofficieel in Amboseli NP.

Na een paar Maasai-nederzettingen volg ik Google Maps. En hoewel ik genoeg benzine bij me dacht te hebben, begint de tank weer akelig leeg te raken.

Kamwanga in Tanzania aan de voet van de Kilimanjaro
Kamwanga in Tanzania aan de voet van de Kilimanjaro

De Serena Lodge – waar ik eerder verbleef – doemt nu op. Wellicht dat zij een litertje benzine kunnen missen. De ontvangst bij de entree is echter allerminst hartelijk. ‘Je mag hier helemaal niet komen op de scooter. Dit is nationaal park. Ik bel het hoofd van de beveiliging!’

De capo van Serena Lodge is ronduit schofterig. ‘Je zoekt het maar uit. Je kunt bij ons geen benzine kopen. En als je niet snel weggat, dan bellen we de parkwachters. Dit is volledig illegaal en levensgevaarlijk!’ Ik wijs op een paar Maasai die een paar honderd meter verderop lopen met een kudde koeien. ‘Levensgevaarlijk? En zij dan? Je gaat me toch niet vertellen dat de olifanten hier onderscheid maken tussen Maasai en mij?’

Onvermurwbaar. Zelfs een kopje koffie mag ik niet kopen bij het restaurant. ‘Valt me toch wel een beetje tegen. Ik sliep hier vorige week twee nachten en toen was iedereen zo vriendelijk…’

Ik besluit om bij de Maasai navraag te doen. Eentje springt achterop m’n scooter en tien minuten later heb ik twee liter benzine. Het blijkt wel speciale benzine te zijn. De prijs is drie keer hoger dan het normale tarief. En er is mee geknoeid (er zit dus meer water dan benzine in).

Het is inmiddels vijf uur. Nog maximaal twee uur en het is pikkedonker. Ik raak echter weer van de weg af (als die er al is). Ik rijd over het zand en probeer de doornstruiken te mijden. Totdat ik ineens oog-in-oog sta met een mannetjesolifant. Hij is absoluut niet relaxed en komt met een behoorlijke vaart op me af gestoven. Hartkloppingen… Ik race echt overal doorheen. Ik kijk niet achterom, maar ga gewoon.

Na een minuut of vijf ben ik hem kwijt. Ik stap van mijn scooter af en bekijk het resultaat. Ik zit onder het bloed. De vlijmscherpe doorns hebben huisgehouden. Ze gaan dwarsdoor mijn slippers en ook door mijn achterband, maar dat merk ik de volgende ochtend pas.

Het schemert. Bij een Maasai-kiosk krijg ik hulp. Ik koop er drie liter benzine en een Maasai zal me begeleiden naar de Kimana gate van Amboseli. ‘Daar zijn een paar prima lodges. Om nu nog naar Oloitokitok te rijden, gaat gewoon niet.

Sentrim Amboseli Lodge

Na een half uur zijn we bij de Kimana gate. De parkwachters begroeten me hartelijk. Ze kennen me nog en verwijzen me naar Sentrim Amboseli Lodge. ‘Anderhalve kilometer van hier. Een prima lodge!’

Bij Sentrim Amboseli Lodge is de receptioniste behoorlijk bezorgd. ‘Meneer, u zit onder het bloed.’ De verbandtrommel wordt erbij gehaald. En een uurtje later zit ik bepleisterd te genieten van een uitstekend diner. Ach en hoezo mazzel hebben? Ik krijg een full board prijs van 50 euro. En die geldt ook voor de andere lodges van de Sentrim keten. Laat Sentrim nou net een van de fraaist gelegen lodges van Afrika hebben in Tsavo East National Park…

De volgende ochtend geniet ik natuurlijk eerst van een heerlijk ontbijt, lummel een paar uur bij het zwembad en pik daarna de lunch mee. Ik vertrek met het telefoonnummer van de manager van Sentrim Tsavo Lodge in mijn mobiel. Na een paar minuten merk ik dat mijn scooter wel erg raar doet. Oeps. Een lekke band…

Het duurt nog geen vijf minuten of een paar Maasai passeren op een motor. Ze dirigeren me naar een Maasai nederzetting. Zeven gaatjes is het resultaat van een korte inspectie. Allemaal dorens die tijdens mijn vlucht van de olifant door de achterband zijn gegaan. Dat waren allemaal minieme gaatjes en dus liep mijn achterband heel langzaam leeg.

Een fietspomp, een mes en een steeksleutel. Dat is alles. En de Maasai hebben messen, fietspompen en ik de steeksleutels. Gelukkig heb ik in m’n scooter nog een nieuwe binnenband en rijd ik een uurtje later vrolijk verder richting Oloitokitok.

Daar is men uitermate blij dat ik terugben. De dames van de Kilimanjaro Lodge vonden namelijk mijn bagage in een lege kamer. ‘We zijn zo blij. Dat de receptioniste ons gisteravond belde. Dat je veilig en wel bij hen verbleef. Heb je al gegeten?’

Van het erf wordt een kip geplukt en die verschijnt een uurtje later op mijn bord.

Een verse kip in de keuken van Kilimanjaro Lodge, Oloitokitok
Een verse kip in de keuken van Kilimanjaro Lodge, Oloitokitok

In het volgende blog maak ik een echt onvergetelijke rit. Van Oloitokitok naar Taveta over een zandpad. Om daarna vier uur op safari te gaan over een gloednieuwe snelweg dwarsdoor Tsavo National Park.

Avatar foto

Eric

Hoe is het om op een lokaal gekochte scooter ruim 10.000 kilometer in Madagascar rond te rijden? Of op een pikipiki (scooter in Swahili) door Oost-Afrika? In ruim 20 jaar heb ik ruim 100 landen bezocht. Dit heeft heel veel onbetaalbare reiservaringen opgeleverd, die ik graag met jullie deel.

ERIC – RUIM 100 LANDEN
– Reist graag op scooters
– Unieke reiservaringen delen.
– Favoriete bestemmingen: Madagascar, Oeganda, Japan, India en Colombia.

Elke maand leuke reistips en extra voordelen ontvangen? En wist je dat we maandelijks een wereldkaart weggeven onder onze abonnees? Het enige wat je daarvoor hoeft te doen is hieronder je e-mailadres achter laten, je maakt dan elke maand opnieuw kans!

logo-wereldreizigers-grijs-1
Translate »
Copy link