Wie haalt het in zijn hoofd om een tweedehands scooter in de hoofdstad van Madagaskar te kopen? Om daarop ruim 4.000 km over dit enorme eiland te reizen? Niemand voor mij was ooit op dit idee gekomen. Ik deed het gewoon en ontdekte het echte Madagaskar. Reis met me mee naar het Rode Eiland en maak kennis met de baobabs, lemuren, kameleons, hagelwitte stranden en bovenal de gastvrij Malagasy: TONGA SOA. In dit deel reis ik per kano over de Tsiribihina rivier. In vergelijking met de vermoeiende ritten op de scooter is de kanotocht op de Tsiribihina rivier een uitermate relaxte gebeurtenis.
Lees ook:
- Madagaskar op de scooter | Deel 1 | Antananarivo (Tana) – inleiding
- Madagaskar op de scooter | Deel 2 | Antananarivo (Tana) – Antsirabe (175 km)
- Madagaskar op de scooter | Deel 3 | Antsirabe – Miandrivazo (220 km)
- Madagaskar op de scooter | Deel 4 | Tsiribihina rivier kanotrip – Belo-sur-Tsiribihina
- Madagaskar op de scooter | Deel 5 | Excursie + boottocht in Bekopaka en Tsingy
- Madagaskar op de scooter | Deel 6 | Belo-sur-Tsiribihina – Kirindy Village (60 km)
- Madagaskar op de scooter | Deel 7 | Baobabs spotten & Kimony Resort
- Madagaskar op de scooter | Deel 8 | Morondava – Malaimbandy (155 km)
- Madagaskar op de scooter | Deel 9 | Malaimbandy – Antsirabe – Ambositra (450 km)
Inhoudsopgave
Voorbereiding op de kanotrip op de Tsiribihina rivier
Gilbert, mijn gids, staat om negen uur op de binnenplaats van hotel Baobab. Daar heeft hij de tent opgezet, waarin ik de komende twee nachten zal doorbrengen. ‘De pinautomaat is weer gevuld,’ zegt hij.
Bij de pinautomaat van de Bank of Africa wil ik 1,2 miljoen Ariary pinnen (circa 300 Euro), maar de automaten op Madagascar geven maximaal 40 briefjes per keer. Op Madagaskar is een briefje van 10.000 Ariary het grootste bankbiljet. Dat is omgerekend 2,5 Euro. Ik moet dus drie keer pinnen om een enorme stapel van 120 bankbiljetten te krijgen. (In 2018 werd het bankbiljet van 20.000 Ariary geïntroduceerd).
Terug bij hotel Baobab is Gilbert druk in de weer met de proviand voor de reis. ‘Eric, kun je mij de 600.000 Ariary voor de trip betalen? Dan kan ik de boodschappen afrekenen.’
De scooter in de kano en varen maar
Aan de oever van de Tsiribihina rivier kijk ik verwonderd naar de smalle kano (pirogue) die daar in het water ligt. ‘En daar moet de scooter in?’ ‘Ja en jij, ik, alle proviand en twee peddelaars. Wees gerust, want het past allemaal in de pirogue.’ Vier jongens pakken vervolgens mijn scooter en hijsen hem in de pirogue. Vijf minuten later is de pirogue volgepakt en klaar voor vertrek.
Na een uurtje op de rivier maken we een eerste stop. Ik ben er wel aan toe, want je zit toch constant in dezelfde houding. Even de benen strekken. Op een tak ontdekt Gilbert een kameleon en wijst ernaar. Ik pak hem gelijk vast. De twee peddelaars kijken verschrikt op. Ze schrikken terug als de kameleon mij probeert te bijten. ‘Een kameleon vastpakken is ‘fady’ voor Malagasy. Fady is taboe. Je ziet kinderen hier wel met kameleons, maar die houden ze altijd op een stok of een tak en nooit in de hand. Het brengt ongeluk. Malagasy zijn erg bijgelovig,’ verklaart Gilbert.
‘Een andere fady is dat mensen uit het westen van Madagaskar niet met een vinger naar iets of iemand wijzen. Als je iets wilt aanwijzen, dan doe je dat met je hele hand.’
De eerste nacht in een tent langs de Tsirihibina rivier
In vergelijking met de vermoeiende ritten op de scooter is de kanotocht een uitermate relaxte gebeurtenis. Af en toe ontmoeten we een paar vissers, een rijtje hutten op de oever en zwaaiende kinderen. Voor de rest is het genieten van de rust en het uitzicht op de rivier en de heuvels. Veel verkeer komen we niet tegen op de rivier. Slechts een kano met een visser heb ik geteld.
Tegen de avond geeft Gilbert zijn beide peddelknechtjes de opdracht om de kano aan de oever vast te maken. Daar wachten een paar kinderen en een hond ons op. Gilbert maakt een kampvuur en dat komt gelegen, want het koelt snel af. Rond het vuur eten we geroosterde vis met rijst. Tegen negen uur vertrek ik naar mijn tent, terwijl mijn drie metgezellen zich in een doek op het zand wikkelen.
Een ondiepe rivier en de Anosimpela waterval
Na het ontbijt neem ik een verfrissende duik in de rivier. Daarna peddelen we weer verder en lopen regelmatig vast op de bodem van de ondiepe rivier.
Rond het middaguur meren we af bij de Anosimpela waterval. Een zestal bewakers heet me welkom. ‘Salama,’ groeten ze. Gilbert wijst me op het gastenboek, dat alle gidsen die de waterval bezoeken moeten invullen en ondertekenen. Een blik in het boek leert me dat er de laatste weken nauwelijks toeristen zijn geweest.
‘De kanotocht wordt vrijwel altijd gecombineerd met een bezoek aan Tsingy. Tsingy is pas vanaf medio mei bereikbaar. Daarvoor is de weg op veel plaatsen onder water gelopen en kunnen zelfs terreinwagens Tsingy niet bereiken. Dan is er dus ook geen belangstelling voor de kanotocht,’ verklaart Gilbert.
Een relaxte dag op de Tsiribihina rivier met een verrassend diner
De hele verdere middag kabbelen we rustig voort. De twee peddelaars hebben weinig werk, omdat de stroming in de rivier voor genoeg vaart zorgt. Na de krijtstenenrotsen nabij de Anosimpela waterval is het landschap groen en tamelijk vlak.
Tegen het einde van de middag ontmoeten we een visser uit een dorpje vlakbij Belo-sur-Tsiribihina. Hij is al twee dagen aan het vissen en slaapt ’s nachts ergens op de rivieroever.
De visser heeft een enorm aanstekelijke lach. Telkens als hij iets zegt in het Malagasy buldert hij het uit. Ondanks dat ik geen idee heb wat hij uitkraamt, kan ik mijn lachen niet inhouden. ‘Eric, hij vraagt of hij ons vannacht gezelschap mag houden. Dat vindt hij erg gezellig. In ruil daarvoor krijgen we vers gevangen vis.’ ‘Helemaal goed,’ antwoord ik.
Het is lachen, gieren en brullen rond het kampvuur. De visser heeft namelijk een anderhalve literfles sterke drank voor de dag getoverd. De fles vindt gretig aftrek en zorgt voor een uitmuntende stemming. Daarna is het tijd om de gegrilde vis te verorberen.
De laatste ochtend op de Tsiribihina rivier
Vroeg op is het credo. Gilbert heeft het ontbijt al om zeven uur klaar. Daarna ruimt hij alle pannen en potten weer op, terwijl de visser op zijn praatstoel zit. Zijn humeur is opperbest. Vandaag is hij van plan om na een laatste vispartij huiswaarts te keren. We varen een half uurtje samen op. Dan nemen we afscheid van de visser.
De ochtend begint kil, maar de zon weet snel aan kracht te winnen. Veel stroming is er niet en de peddelaars moeten flink aan de bak. Tegen tienen pauzeren we en weet Gilbert wederom een fraaie kameleon te spotten. Dit maal is hij groen en niet zo agressief. ‘Hier, ik heb een dode sprinkhaan,’ zegt Gilbert. ‘Houd die een centimeter of vijf voor zijn bek.’
‘Wow!’ roep ik uit als de kameleon zijn lange tong uitrolt om de sprinkhaan naar binnen te werken.
Tegen elf uur is het dan eindelijk zover. De eerste boot in ruim twee dagen vaart ons tegemoet. ‘Die haalt en brengt dorpelingen en proviand,’ meldt Gilbert. ‘Stroomopwaarts doen ze dat altijd, want er reizen geen toeristen van Belo-sur-Tsiribihina naar Miandrivazo. Toeristen reizen alleen stroomafwaarts.’
Aankomst in Tsaraotana en waterige benzine
Om kwart voor drie zit de kanotrip er definitief op. ‘Dit is het eindpunt. Van hier is het zo’n dertig kilometer naar de veerpont richting Belo-sur-Tsiribihina.’ ‘Wat?’ vraag ik verbaasd. ‘Ik dacht dat we daarheen zouden varen.’
Volgens Gilbert gaat dit altijd zo. ‘Alleen motorboten varen verder. De kano’s keren van hier terug.’ De scooter wordt uit de kano gehesen en op de wal gezet. Gilbert springt achterop en begeleidt me naar een hut waar benzine wordt verkocht. Met een volle tank verlaten we Tsaraotana. Helaas is de zandweg nauwelijks berijdbaar en met Gilbert achterop wil het al helemaal niet lukken.
Na een half uur ploeteren door het zand en de modder bereiken we het dorpje Andranomandeha. Daar neem ik afscheid van Gilbert, die er een lift hoopt te krijgen richting Belo.
Rond vijf uur slaat het noodlot toe. Aanvankelijk vermoed ik dat er teveel stof en modder in de scooter is gekomen. Bij nader inzien blijkt er geen druppel benzine meer in de tank te zitten. Het is onmogelijk dat ik met vier liter benzine slechts vijftien kilometer kan rijden. (In Belo verneem ik later dat er in de dorpjes nogal eens wordt geknoeid met de brandstof. ‘Ze mikken er heel veel water bij. Dat kun je niet zien.’)
Sinds ik Andranomandeha verliet, heb ik geen teken van leven meer gezien. Ik ben behoorlijk ver verwijderd van de rivier en acht de kans op een nederzetting dan ook klein. Er zit niks anders op dan de scooter vooruit te duwen. Dat is een enorm vermoeiende klus. Tegen zeven uur ontmoet ik eindelijk een herder met een kudde zeboes.
Hij heeft slecht nieuws voor me. De laatste veerboot vertrekt om acht uur. ‘Vanaf hier is het een uur lopen. En wellicht langer als je de scooter moet duwen.’
Een fantastisch diner in Mad Zebu
In het pikkedonker arriveer ik bij de rivier. Het is bijna negen uur en de laatste veerboot is een uur eerder vertrokken. Gelukkig is er een motorkano, die me wel wil brengen tegen een kleine vergoeding. Tien minuten later ben ik in Belo-sur-Tsiribihina. Daar neem ik m’n intrek in Hotel du Menabe.
De eigenares vraagt gelijk of ik met een gezelschap ben. Als ik antwoord dat ik op een scooter ben, begint ze te lachen. ‘Niet te geloven. Maar huh? Je denkt toch niet dat je op de scooter naar Tsingy kunt. Vergeet het. Dat is echt onmogelijk. Alleen lokale gidsen weten hoe ze er met een terreinwagen kunnen komen.’
Ik besluit om eerst maar een hapje te gaan eten. Daarvoor ben ik in Belo-sur-Tsiribihina wel aan het juiste adres. Volgens de Lonely Planet is hier namelijk het allerbeste restaurant van heel Madagaskar: Mad Zebu.
Ook op Tripadvisor vind ik lovende recensies over de ‘Gekke Zeboe’. Vanaf de in krijt gespelde menukaart kies ik een heerlijk driegangenmenu uit. Het smaakt echt overheerlijk en ik sluit me gelijk aan bij de recensies.
Terug in het hotel tref ik het. De eigenares vertelt me dat er net een jongedame is gearriveerd met twee gidsen. ‘Ze werkt voor Petit Futé. Dat is de Franse Lonely Planet.’ Binnen vijf minuten heb ik het geregeld. Morgen vertrek ik met haar en twee gidsen naar Bekopaka voor een bezoek aan Tsingy.
Lees ook:
- Madagaskar op de scooter | Deel 1 | Antananarivo (Tana) – inleiding
- Madagaskar op de scooter | Deel 2 | Antananarivo (Tana) – Antsirabe (175 km)
- Madagaskar op de scooter | Deel 3 | Antsirabe – Miandrivazo (220 km)
- Madagaskar op de scooter | Deel 4 | Tsiribihina rivier kanotrip – Belo-sur-Tsiribihina
- Madagaskar op de scooter | Deel 5 | Excursie + boottocht in Bekopaka en Tsingy
- Madagaskar op de scooter | Deel 6 | Belo-sur-Tsiribihina – Kirindy Village (60 km)
- Madagaskar op de scooter | Deel 7 | Baobabs spotten & Kimony Resort
- Madagaskar op de scooter | Deel 8 | Morondava – Malaimbandy (155 km)
- Madagaskar op de scooter | Deel 9 | Malaimbandy – Antsirabe – Ambositra (450 km)
Foutje gezien? Vraag? Opmerking? Laat het ons weten in de reacties!